5. Januari 2020: naar het strand (deel 1)

04-02-2020

Beter kon het nieuwe decennium niet beginnen. Op 1 januari 2020 reizen Janneke en ik in alle vroegte met de bus naar San Bernardo, een idyllisch dorpje aan de Argentijnse kust. Ja, we gaan naar het strand. Een hele week. We hebben allebei bijzonder weinig geslapen en de lange, feestelijke nacht daarvoor wellicht wat meer gedronken dan verstanding, gegeven het kriekende tijdstip van vertrek. Dat mocht de pret niet drukken. Aan zee zou alles beter zijn.

De stemming zit er goed in. Ondanks ons slaapgebrek praten we de hele reis geanimeerd - tot zichtbare ergernis van onze vermoeide medereizigers die de zes uur durende busreis kennelijk als extensie van hun toch al verstoorde nachtrust hadden ingecalculeerd. Dat mocht ons de mond niet snoeren; het was per slot van rekening geen stiltebus. We hebben twee liter heet water bij ons (beiden brachten we onze eigen thermoskan mee, je weet maar nooit), elk een kilo hierbas en ja, allebei onze eigen mate. En ik heb stroopwafels, cadeautje van Bob. De vakantie kan nu al niet meer stuk.

Onze gesprekken richten zich voornamelijk en steeds opnieuw op het flitsende oud&nieuwfeest waar we beiden bij aanwezig waren geweest. Elk jaar organiseert Job (een van mijn collegagidsen bij Ontdek Buenos Aires (OBA), red.), samen met zijn echtgenoot Pedro een feestelijk samenzijn op hun prachtige dakterras speciaal voor de KLM-crew - met kerst én met oud&nieuw. Job is gastheer en Pedro kookt - en dat doen ze beiden bijzonder goed. Janneke en de meeste andere OBA gidsen vulden van een ieder de glazen bij (ook die van henzelf) en conserveerden met de aanwezigen. En ik danste de tango. Uiteraard.

Vlak ná het typisch Argentijnse hoofdgerecht (asado) en net vóór het even zo Argentijnse dessert (mierzoete taart), is het tango-optreden. Deze keer danste ik met Exequiel Ruelman, aangezien Carlos - zoals elk jaar - op kerstreces is. Elke maand januari verblijft hij aan de kust, samen met de vele andere duizenden Porteños (inwoners van Buenos Aires) die de verzengende hitte van de stad willen ontvluchten. Je begrijpt ondertussen dat ons idee het strand te bezoeken aangrijpt bij een breed gedragen Argentijnse gewoonte (simpel aan te duiden als algehele uittocht naar de zee) - maar dit terzijde.

We dansen vier thema's en ik leg kort uit hoe elke dans kan worden geïnterpreteerd. Ook vertel ik over hoe ik in Buenos Aires terecht ben gekomen. Over hoe de tango onverwacht maar volledig mijn hart en ziel veroverd heeft. Het publiek lijkt de adem in te houden. Geheel onvoorbereid begin ik deze keer bovendien ietwat sentimenteel over de zogenaamde "goede" voornemens en wensen - en concludeer ik dat die van mij al vijf jaar lang zeer constant en uiterst geconcentreerd zijn (zowel wat voornemens als wensen betreft): tango en tango. En terwijl ik het mezelf hoor zeggen, weet ik dat het waar is. En op een of andere manier weet het publiek dat ook. 

Na de tango begint het feest pas echt op gang te komen. De Nederlandse Bob (op de eerste foto met pruik), die elk jaar bij zijn goede vrienden Job en Pedro op bezoek komt, had de aanwezigen bovendien op een blitse verrassingsact getrakteerd. Op de tweede foto zien we ook Sander, eveneens collegagids bij Ontdek Buenos Aires. We eten, we drinken, we evalueren onze performance terwijl ondertussen de cumbia steeds harder klinkt (voor de nieuwsgierige lezer: luister bijvoorbeeld eens naar "bombón asesino"). Het is 2020 en we zijn - vooralsnog - gelukkig

Als Janneke en ik uiteindelijk aankomen in San Bernardo hebben we het allebei steenkoud. En dat komt niet (alleen) door het grijze wolkendek dat de zon belet ons te verwarmen. De bus bleek over een bijzonder krachtige airco te bezitten. Daar zouden ze een mortuarium mee kunnen onderhouden, merkt Janneke fijntjes op, terwijl ze naar de bejaarde dame naast ons kijkt die horizontaal op haar verstelbare stoel lig uitgestrekt, haar broze handen netjes onder de kin gevouwen. Nee, met deze vrieskou had ik geen rekening mee gehouden toen ik die ochtend m'n minishort aandeed. 

Ik vraag Janneke om zich bij wijze van leuke openingsfoto van ons verblijf even om de C te krullen, maar ze besluit in de O te gaan zitten. Die C neem ik zelf dan maar voor mijn rekening. Het is serieus koud, winderig ook. Gelukkig regent het niet, hoor ik mijn vader dan zeggen. En zo is het maar net. Want een paraplu en regenjas heb ik sowieso niet bij me. 

De volgende dag blijkt het stralend weer, en alle dagen erna ook. Zo zie je maar. Ik vind dat de omstandigheden me verplichten een publieke nieuwjaarswens vanuit de zee te doen. Tientallen foto's verder (want hoe poseer je voor het nieuwe jaar?) maak ik bij wijze van grap peace met beide handen. Dat blijkt dan meteen de meest geslaagde foto. En de selfie samen natuurlijk. 

Het was me vorig jaar al opgevallen dat het Argentijnse strand een heel andere ervaring impliceert dan wat ik zoal (strandsgewijs dan) gewend ben. Ik verbleef toen twee weken samen met (de Argentijnse) Veronica Salmeron (mijn maestra) c.s. in Mar de Tuyú, een dorpje vlakbij San Bernardo. Mijn Argentijnse reisgenoten kon ik toen natuurlijk niet lastigvallen met mijn analyses van de voor mij nieuwe strandbelevenis. Maar dit jaar mijmeren Janneke en ik uitgebreid over de wat ik dan maar noem culturele condities van het strand ("Being on the beach - a cultural dynamics" , werktitel).

Het meest opvallende is zonder meer de mate. Dit is natuurlijk sowieso al gadget nummer 1 van de Argentijnen, maar op het strand is er werkelijk niemand die géén mate bij zich heeft. Het lijkt me geen overdreven stelling dat je strandbezoek zonder mate incompleet is. Ik denk dat dit ook te maken heeft met de sociale dimensies van het materitueel: in principe drink je mate samen, elk op haar of zijn beurt een teug, onderwijl keuvelend over de dingen. Maar ook als je alleen bent gaat de mate mee, een uitstekende manier om weg te dromen: elke teug een nieuwe gedachte. Ik merk op dat Janneke en ik geen enkele keer zónder mate de deur uit zijn geweest. En ook toen ik een paar weken later nog een keer in m'n eentje terugkeerde naar San Bernardo had ik de mate altijd bij me.

Laten we dus maar stellen: zonder mate is het niet oké. En die noodzaak betekent handel. Zo zijn er op het strand vele mannetjes die agua caliente verkopen, die ze vanuit een roestig karretje voor je opdiepen. Nu hadden Janneke en ik elk een thermosfles van 1 liter die we elke ochtend braaf vulden - wij hebben dus slechts éénmaal van deze heetwaterservice gebruik hoeven maken - maar je kunt je de familiaire paniek voorstellen als "het water" op is.

Op het strand zijn er bovendien diverse "typische" versnaperingen te verkrijgen, zoals choclooooo (gekookte maïskolven) en panchoooooo (broodjes knakworst gelardeerd met - veel- mayonaise, ketchup en chips). Dit alles wordt aangeboden door immer schreeuwende mannen met attractieve karretjes met vlaggetjes en soms zelfs een dakje.

Vergeet verder niet de zwaar aangezoete pochoclo (popcorn). De dag dat ik deze popcornjongen fotografeerde was het nogal koud en winderig, en de zee in alle staten. Er was bijna niemand op het strand (ik wel natuurlijk, ik laat me niet zomaar uit het veld slaan), en al helemaal niemand in de zee (de vraag is of deze enkeling, zichtbaar op de tweede foto, überhaupt nog aan land is gekomen, maar dit tussen haakjes). Waarom hij met zijn kraam precies in mijn zeezicht was gaan staan, en bovendien op slechts een halve meter afstand, is me nog steeds een raadsel. De popcornjongens (deze ook) hebben de gewoonte een ieder binnen een straal van tien meter op een handje van hun waar te trakteren, uiteraard in de hoop dat je daarna het liefst een hele zak soldaat zou willen maken. Alle andere dagen weigerde ik deze verdachte traktatie, maar op deze winderige dag besluit ik e.e.a. eens te accepteren. Ik heb die zak (popcorn) niet gekocht, vijf anderen wel - nu ik er dan toch zat.

Verder zijn er de churros (chuuuurroooosss). Deze gefrituurde, met dulce de leche (!) gevulde deegstaafjes zijn vooral heerlijk in combinatie met mate (de mierzoete inhoud als tegenwicht van de bittere thee). Let ook op de choclos op links. Churros worden trouwens niet alleen op het strand aangeboden. Elke ochtend, rond een uur of acht, gaan er tientallen jongens schreeuwend door de straten om hun churros te verkopen. Velen blazen daarbij op een fluit om zo hun verkoop te maximaliseren. We stonden elke ochtend onverbiddelijk vroeg op. Chuuuuurrroooossss. Alle dagen ontbeten we desalniettemin met yoghurt en fruit. Zo is het ook

Heerlijk zijn de licuados - voor 200 pesos (ongeveer 2,25 €)  maken ze je een shake (halve liter) met fruit naar keuze, uiteraard met de nodige lepels suiker toegevoegd. Deze verkopers onderscheiden hun kar vaak met een stemmige palmtak (op de foto op rechts) Geen idee trouwens waarom ik de prijs noem van de licuados en bij de rest niet, vermoedelijk omdat ik fervent afnemer was van deze sapjes. Zie ook de panchokar op links. Uiteraard hebben de Argentijnen (met name de families, en daaruit bestaat het verre merendeel van de strandbezoekers) behalve de mate zelf ook een geruime hoeveelheid voedsel bij zich. Het is uitermate belangrijk dat er continu gegeten wordt. Meest populair zijn de (zeer Argentijnse) broodjes milanesa (een soort schnitzel), rond een uur of 13 gaan de koeltassen open en vangt het beleggen van de broodjes aan. Deze zelfde broodjes "Mila" worden ook kant-en-klaar aangeboden door een sporadische verkoper. Een karretje hebben ze echter nooit (ik vermoed dat ze zogezegd off te record zijn), ze gaan met een gevulde vintage koelbox zwoegend langs de zonaanbidders.

De meeste aandacht trekken zonder meer de verkopers van de kleurige, enigszins ouderwets aandoende parasols. Tot ver in de middag lopen ze heen en weer over het strand terwijl ze zich tegen de zon beschermen met hun eigenkoopwaar sombrillllaaaaaaasss. Een van hen riep steevast dat hij parasollen met WiFi aanbood - je moet toch wat om jezelf op de markt te onderscheiden.

De dwingende parasolverkoop zal moeten verklaren dat werkelijk iedereen er eentje heeft. Aan het einde van de middag is het strand dan ook veranderd in een vrolijke zee van kleuren, en nog steeds lopen de verkopers koortsachtig rond op zoek naar die stakker die het tot zover nog zonder (parasol) moet doen. Want het moet gezegd worden: het Argentijnse strand is zonder enige vorm van zonwering nogal warm - we probeerden het de eerste dag. Dat was geen succes. Met name Janneke hervond zichzelf die avond roodverbrand. De eerstvolgende dag hebben we dus een parasol aangeschaft, met regenboogkleuren. De dag daar weer na kochten we bovendien de zogenaamde "sacarena" (naar analogie van de "sacacorchos" kurkentrekker), een handige tool waarmee je binnen een mum van tijd een smal, diep gat kunt maken - voor de parasol. Je moet het maar weten. 

Janneke vertrekt na 5 dagen weer naar de stad; een vriendin uit Nederland komt haar opzoeken, en idealiter is ze daarbij aanwezig. Ik blijf nog een paar dagen alleen - een strandvakantie duurt toch minimaal een week, vind ik. Dus zet ik de strandroutine kranig voort - met mate én parasol, en soms een licuado. Ik heb ondertussen genoeg te doen, want het is al januari, en dat betekent dat ik nu toch echt serieus aan de gang moet met de organisatie van onze tangotournee naar Europa in mei, juni en juli 2020. Ik stuur dus vele tientallen berichten naar de andere kant van de wereld, en weet me ondertussen gestaag verder te bruinen. En hier is dus de mate van cruciaal belang om de orde te bewaren. 

Er is ondertussen een fikse wind opgestoken. Meermalen klapt de parasol binnenstebuiten, en zeker twee keer waait hij weg (hier zijn geen foto's van). Toen kwam een vriendelijke, niet bijzonder knappe Argentijn hem met zijn eigen sacarena voor me in de grond zetten - ik zag onmiddellijk dat het allemaal zo eenvoudig nog niet is. Wanneer de klus geklaard is (ik keek geduldig toe) knipoogt hij en zegt "sí se vuele de vuelta .. no fui yo" (als ie weer wegwaait ... ik was het niet !) Ja leuk wel, die gesprekjes op het strand.

Als ik de ochtend van mijn vertrek extra vroeg ben opgestaan, hoor en zíe ik nu ook hoe een van de churrosschreeuwers door de straten gaat. Ik wil een daad stellen en maak een foto. Je zou hem toch een cent geven, zou m'n moeder zeggen. Een cent? Nou, ik zou hem op z'n bek rammen, zegt Janneke, wanneer ik haar de foto app. Of schreeuw terug, suggereert ze vervolgens. Holaaaaa. Dormir por favorrrrr! Als ik in de Cama Suite (de bus) naar huis zit, stel ik haar voor binnen niet al te lange tijd opnieuw naar het strand te vertrekken. Het was een groots succes!